Aandelenopties of warranten voor bedrijfsleiders

24-10-2022
Geschreven door Chris Van Hoof

Aandelenopties of warranten zijn al jaren een gekende verloningstechniek om competente en performante werknemers fiscaalvriendelijk te vergoeden.  Wist je dat dit ook mogelijk is voor bedrijfsleiders? 

Als bestuurder van een vennootschap kan je op een aantal manieren je prestaties laten vergoeden. De meest bekende vergoedingstechnieken zijn het toekennen van bezoldigingen en dividenden. Bezoldigingen zijn onderworpen aan inkomstenbelasting en sociale bijdragen voor zelfstandigen en het dividend is eerst onderworpen aan vennootschapsbelasting (20 of 25 %) en mits een goede planning aan 15% in plaats van 30% roerende voorheffing. 

In een aantal gevallen kan je ervoor opteren om je prestaties te laten verlonen door aandelenopties. Een aandelenoptie is het recht om, gedurende een welbepaalde termijn, een bepaald aantal aandelen of fondsen aan te kopen tegen een vastgestelde of nog vast te stellen prijs; de ‘uitoefenprijs’. Daarna kan de optiehouder de aandelenoptie lichten tegen een reële waarde van de onderliggende aandelen die hoger is dan uitoefenprijs zodat de verkrijger van de optie dan een meerwaarde kan realiseren. Meestal zijn de onderliggende aandelen BEVEKS of gelijkaardige fondsen. 

Je vennootschap koopt opties aan (met een looptijd van 10 jaar) en kent deze gratis toe aan de bedrijfsleider. Deze opties worden dadelijk geblokkeerd gedurende minstens één jaar vanaf de datum dat de opties aangeboden werden aan de bedrijfsleider. Op dit moment is er, afhankelijk van de aanbieder of tussenpartij van de opties, nog geen cash-out door de vennootschap. Het betreft immers een optie tot aankoop. 

Op het moment van toekenning van deze opties zijn deze voor de bedrijfsleider wel een belastbaar voordeel van alle aard in zijn hoofde. Dit voordeel van alle aard geeft aanleiding tot inkomstenbelasting die via een extra loonfiche 281.20 in de vorm van bedrijfsvoorheffing zal worden betaald. Het voordeel van alle aard zal forfaitair worden bepaald en zal dus niet de volledige waarde van de opties zijn maar minimum 18 % tot maximum 23 % van de waarde van de onderliggende fondsen of aandelen. Dit voordeel wordt ook in aanmerking genomen voor de berekening van de sociale bijdragen van zelfstandigen. 

Na een jaar kunnen de opties uitgeoefend worden. De vennootschap zal de opties die aan de bedrijfsleider werden toegekend, aankopen. Deze aankoop zal een fiscaal aftrekbare kost zijn voor de vennootschap. De bedrijfsleider krijgt dus opties en zal deze dadelijk verkopen waardoor hij een meerwaarde zal realiseren. Aangezien er reeds op het moment van toekenning van de opties belasting werd ingehouden op een forfaitair voordeel van alle aard zal er op de werkelijk meerwaarde geen belasting meer verschuldigd zijn.  

Belangrijk in dit verhaal is wel dat je beroep doet op een partij die expertise heeft maar ook een voorafgaandelijk akkoord heeft afgesloten met de belastingadministratie over de voorwaarden en fiscaliteit van de opties en dat je als bestuurder kan aantonen dat deze opties worden toegekend als vergoeding van werkelijke prestaties. 

deel dit nieuwsbericht via