Aanvullende vergoeding tijdelijke werkloosheid vanaf januari 2024
De Federale Regering nam n.a.v. de begrotingscontrole in het voorjaar van 2023 een aantal besparingsmaatregelen, waaronder het verlagen van de uitkering voor tijdelijke werkloosheid. Vanaf 1 januari 2024 wordt de uitkering bij tijdelijke werkloosheid niet meer berekend o.b.v. 65% van het (begrensd) loon, maar o.b.v. 60% van het (begrensd) loon.
Een gedeeltelijke compensatie van deze daling zal gedragen worden door de werkgever of het Fonds voor Bestaanszekerheid in de vorm van een extra aanvulling bovenop de uitkering voor tijdelijke werkloosheid. Deze extra aanvullende vergoeding bedraagt €5 per werkloosheidsdag. Opgelet de toeslag zal berekend worden in een 6-dagenstelsel, zoals de RVA ook de werkloosheidsuitkeringen voor tijdelijke werkloosheid berekend.
De aanvulling is van toepassing voor alle vormen van tijdelijke werkloosheid, met uitzondering van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.
Indien het maandloon niet hoger is dan € 4.000 bruto heeft de werknemer voor iedere dag die wordt gedekt door een tijdelijke werkloosheidsuitkering recht op een toeslag van € 5. Deze aanvulling geldt onverminderd de reeds bestaande wettelijke en conventionele supplementen. Deze aanvulling komt hier dus bovenop.
Indien het maandloon hoger is dan € 4.000 bruto heeft de werknemer recht op deze toeslag van zodra hij/zij in hetzelfde jaar bij dezelfde werkgever meer dan 26 dagen tijdelijke werkloosheid telt en dit voor alle dagen vanaf de 27ste dag. De dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht worden niet meegeteld voor het berekenen van deze termijn.
De aanvulling is ten laste van de werkgever, tenzij er in een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst wordt bepaald dat het Fonds voor Bestaanszekerheid deze kost draagt.
Indien een sectorale of ondernemings-cao voorziet in een bedrag dat minstens gelijkwaardig is (en dus nog steeds 65% loon voorziet) is de werkgever niet verplicht deze extra aanvulling te voorzien.