Bedrijfsleiders en hun bedrijfsvoorheffing: controles op komst
De fiscus benadrukte in het verleden al meermaals dat ook bedrijfsleiders verplicht zijn om periodiek bedrijfsvoorheffing op bezoldigingen en toegekende belastbare voordelen aan te geven en te betalen. Toch wordt nog steeds tegen deze verplichting gezondigd. Daarom plant de FOD Financiën in de loop van 2022 een nieuwe actie in die context. Hoog tijd dus om de spelregels nog eens in de verf te zetten.
Wanneer moet bedrijfsvoorheffing berekend worden?
Deze bedrijfsvoorheffing wordt opeisbaar op het ogenblik van de betaling van belastbare bezoldigingen of de toekenning van belastbare voordelen van alle aard (VAA). Hieruit volgt dat de bedrijfsvoorheffing op de lonen en voordelen van alle aard van bedrijfsleiders, berekend dient te worden in functie van de frequentie van de toekenning ervan.
Wanneer moet bedrijfsvoorheffing doorgestort worden?
Voor de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing geldt eveneens het principe dat dit moet gebeuren in functie van de frequentie van de toekenning of betaling van de bezoldiging of het voordeel van alle aard. De onderneming (schuldenaar van bedrijfsvoorheffing) krijgt wel tot de 15de van de maand na het verstrijken van de maand waarin de bezoldiging werd betaald of toegekend, de tijd om over te gaan tot de effectieve doorstorting van de bedrijfsvoorheffing aan de fiscus. Hierop bestaat één uitzondering : de trimestriële betalingen.
Let op: het feit dat de bedrijfsleider voorafbetalingen doet, betekent niet dat de onderneming de bedrijfsvoorheffing niet moet doorstorten.
Praktijkgevallen waarbij men lonen en voordelen van alle aard tussentijds niet aangeeft (en ook geen bedrijfsvoorheffing voor doorstort), maar wel in één keer aangeeft op het einde van het jaar (hoewel ze maandelijks of trimestrieel worden toegekend), zijn niet in overeenstemming met de wet en bijgevolg niet toegestaan.
Zijn deze principes ook van toepassing bij eventuele correcties?
Zeker en vast! Net zoals de berekening van bedrijfsvoorheffing, dienen eventuele rechtzettingen te gebeuren in functie van de frequentie van de toekenning van het loon of van het voordeel.
Wat zijn de sancties bij inbreuk op deze principes?
Worden bovenstaande principes niet nageleefd, dan stelt zowel de onderneming als de bedrijfsleider zich bloot aan sancties. Aan de onderneming (schuldenaar van bedrijfsvoorheffing) kunnen nalatigheidsinteresten die tussen 4% en 10% liggen, administratieve boetes en eventueel ook belastingverhogingen worden opgelegd. In hoofde van de bedrijfsleider zal de niet- ingehouden bedrijfsvoorheffing beschouwd worden als een voordeel van alle aard.
Vergeet ook uw voorafbetalingen niet!
Naast de verplichte inhouding van bedrijfsvoorheffing op hun belastbare bezoldigingen, zijn bedrijfsleiders eveneens onderworpen aan het (verplichte) stelsel van voorafbetalingen. Bedrijfsleiders die geen of te weinig voorafbetalingen doen, riskeren een belastingvermeerdering. Let op! Het feit dat de bedrijfsleider voorafbetalingen doet, betekent niet dat de onderneming de bedrijfsvoorheffing niet moet doorstorten.
Let op! De FOD Financiën start opnieuw met acties
De FOD Financiën plant in de loop van 2022 een actie voor niet of te weinig gestorte bedrijfsvoorheffing. Deze actie heeft tot doel te sensibiliseren en de ondernemingen aan te manen om hun verplichtingen (doorstorting en aangifte van bedrijfsvoorheffing) vanaf inkomstenjaar 2022 correct na te leven.
Bron: Securex