Belangrijke fiscale wijzigingen in 2025

Aangezien het nog even wachten is op de vorming van een nieuwe federale regering met meer dan waarschijnlijk een ingrijpende fiscale hervorming bezorgen wij je hierbij een aantal fiscale wijzigingen voor 2025 die voor ondernemers van belang zijn:

Werkelijke elektriciteitskost voor bedrijfswagens: tolerantie tot eind 2025

Werkgevers die werknemers een elektrische bedrijfswagen ter beschikking stellen en de kosten voor thuis opladen vergoeden, hoeven geen bijkomend belastbaar voordeel toe te passen, mits de vergoeding overeenkomt met de werkelijke elektriciteitskosten. Omdat het berekenen van deze kosten administratief complex is, heeft de belastingadministratie een tijdelijke tolerantie ingevoerd. Werkgevers mogen voor 2025 een vast bedrag per kWh gebruiken, gebaseerd op het zogenaamde CREG-tarief. Dit tarief varieert per gewest en kwartaal, met een vastlegging voor het Vlaams Gewest op 28,22 eurocent/kWh in het eerste kwartaal van 2025.

Gratis verstrekte elektriciteit

Als een werkgever de elektriciteitskosten rechtstreeks betaalt, bijvoorbeeld via laadpassen of een laadpaal op het bedrijfsterrein, ontstaat er geen bijkomend voordeel. Dit geldt ook wanneer een extra elektriciteitsmeter bij de werknemer thuis wordt geplaatst en de werkgever een apart energiecontract afsluit.

Terugbetaling van thuis opgeladen elektriciteit

Wanneer de werknemer de elektriciteit eerst zelf betaalt en de werkgever deze kosten geheel of gedeeltelijk terugbetaalt, kan er wel een bijkomend voordeel ontstaan. De aard van het voordeel hangt af van het type verplaatsing:

• privéverplaatsingen leiden tot een belastbaar voordeel gelijk aan de werkelijke kosten
• woon-werkverkeer kan belastingvrij zijn tot een forfait van €490 voor aanslagjaar 2025
• professionele verplaatsingen blijven onbelast

Een uitzondering geldt als voldaan is aan voorwaarden zoals een communicatiesysteem dat de laadgegevens verifieerbaar doorgeeft aan de werkgever.

Thuislaadpunten

Werkgevers hoeven geen laadpaal ter beschikking te stellen; werknemers kunnen ook hun eigen laadpaal gebruiken op voorwaarde dat de laadkosten per voertuig gescheiden kunnen worden vastgesteld. Voorwaarde blijft dat het systeem een betrouwbare kWh-meting heeft en voldoet aan technische normen.

Eigendomsoverdracht van laadpaal

Als de werkgever na de gebruiksperiode een laadpaal kosteloos overdraagt aan de werknemer, wordt dit beschouwd als een belastbaar voordeel. Dit voordeel is gelijk aan de restwaarde van de laadpaal op het moment van overdracht.

Publieke laadpalen

Voor laadkosten aan publieke laadpalen is het onderscheid duidelijker. Als de werkgever deze kosten vergoedt, kan afhankelijk van het type verplaatsing een bijkomend belastbaar voordeel ontstaan. Echter, wanneer de werkgever een laadpas verstrekt, worden er geen bijkomende voordelen aangerekend.

Tijdelijke tolerantie en evaluatie

De tolerantie waarbij de werkelijke elektriciteitskosten mogen worden berekend op basis van een vast tarief, geldt alleen voor het jaar 2025. Na afloop wordt geëvalueerd of verlenging nodig is. Elektriciteitskosten uit 2025 die pas later worden terugbetaald, vallen ook onder deze regeling.

Bedrijfsleiders

De regeling is op dezelfde manier (mutatis mutandis) van toepassing op bedrijfsleiders.

Bedrijfsfiets – voordeel begroten en op fiche vermelden

Een volgende nieuwe verplichting is dat vanaf inkomstenjaar 2024 het jaarlijkse voordeel van alle aard (VAA) voor het kosteloos ter beschikking stellen van een bedrijfsfiets moeten worden vastgesteld. Dit bedrag dient te worden vermeld op de fiscale fiches 281.10 of 281.20.

Waarom is dit nodig?

De vrijstelling van de fietsvergoeding en het voordeel van de bedrijfsfiets is uitsluitend van toepassing voor belastingplichtigen die kiezen voor de aftrek van forfaitaire beroepskosten.

• Voor deze belastingplichtigen wordt het voordeel louter informatief op de fiscale fiche vermeld, zonder dat het belast wordt.
• Belastingplichtigen die kiezen voor de aftrek van werkelijke beroepskosten komen niet in aanmerking voor deze vrijstellingsregeling. Voor hen wordt de toegekende fietsvergoeding en/of het voordeel van de bedrijfsfiets beschouwd als een beroepsinkomen dat belast wordt tegen het progressieve tarief.

Wat moet je doen?

Als werkgever ben je verantwoordelijk om per werknemer of bedrijfsleider het voordeel van de bedrijfsfiets vast te stellen op basis van de werkelijke waarde. Dit bedrag moet overeenkomen met de door de begunstigde gerealiseerde besparing (waarde van fiets, met of zonder toebehoren, contract herstelling, onderhoud, verzekering, …)

Enkele aandachtspunten:

• bij aankoop van een bedrijfsfiets: de afschrijvingsperiode bedraagt 5 jaar, inclusief kosten voor onderhoud en herstellingen
• bij leasing van een bedrijfsfiets: houd rekening met de jaarlijkse kosten
• alle bedragen zijn inclusief btw

Fundamentele aanpassing investeringsaftrek

Vanaf 2025 zal het systeem van investeringsaftrek aangepast worden waarbij er vaste percentages van toepassing zullen zijn.

Verhoogde basisaftrek voor kmo’s en zelfstandigen

De gewone investeringsaftrek wordt verhoogd van 8% naar 10%. Specifieke digitale investeringen, zoals facturatie, klantenbeheer, e-commerce en cyberveiligheid, kunnen profiteren van een verhoogd tarief van 20%.

Groene thematische aftrek

Voor groene investeringen wordt een aftrek van 40% ingevoerd voor kmo’s en zelfstandigen, en 30% voor grotere ondernemingen. Dit geldt voor energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en emissievrije voertuigen. Er is een attest vereist van het bevoegde gewest.

Nieuwe technologieaftrek

De technologieaftrek vervangt de aftrek voor onderzoek en ontwikkeling en octrooien. Dit tarief bedraagt 13,5% eenmalig of 20,5% gespreid over meerdere jaren voor milieuvriendelijke en toekomstgerichte technologie-investeringen.

Tolerantie belastingverhoging van 10 %

Als je een fout maakt in je aangifte (personen- of vennootschapsbelasting) past de administratie bij een belastingcontrole sinds enkele jaren steeds een belastingverhoging van 10% toe. Op basis van een recent arrest van het Grondwettelijk Hof zal de minister deze praktijk in de toekomst aan banden leggen.