De voornaamste boekhoudkundige wijzigingen in 2023
Loonindexering
Sectoren waar het loon éénmaal per jaar indexeert, stevenen af op een historisch hoge indexering van meer dan 10% in januari 2023.
Minimumbelasting voor vennootschappen
Het begrotingsakkoord voorziet in 2023 in een eenmalige aanpassing van de minimumbelasting voor vennootschappen. Deze regeling zou tot stand komen in afwachting van een Europees akkoord.
Bedrijven met meer dan één miljoen euro winst kunnen hun overgedragen fiscale verliezen (en bepaalde andere overgedragen fiscale aftrekken) slechts beperkt in aftrek nemen van deze winst.
Op vandaag kunnen de overgedragen fiscale verliezen worden afgezet tegen een bedrag van 1 miljoen euro, verhoogd met 70% van de winst die deze grens overschrijdt. Het federaal begrotingsakkoord voorziet voor 2023 eenmalig in een beperking van dit percentage tot 40%.
Notionele intrestaftrek
De notionele interestaftrek werd de voorbije jaren al sterk afgebouwd. In het begrotingsakkoord is nu opgenomen dat deze aftrek verder zou worden beperkt.
Auteursrechten
Omwille van het interessant fiscaal regime worden de laatste jaren niet enkel auteurs, maar bijvoorbeeld ook architecten, consultants of softwareontwikkelaars vergoed door middel van auteursrechten. De federale regering wenst dit in te perken door in te grijpen in het toepassingsgebied van de toekenning van auteursrechten.
Vennootschapsbijdrage
Vanaf 2023 zal de vennootschapsbijdrage in tegenstelling tot de voorbije jaren geïndexeerd worden.
Uitbreiding flexi-job sectoren
In het kader van de begroting voor 2023 heeft de federale regering beslist om flexi-jobs uit te breiden naar een aantal nieuwe sectoren. Concreet gaat het over: de zorg, culturele, evenementen en landbouwsector. Over welke concrete paritaire comités het gaat is nog niet duidelijk. De maatregel gaat in vanaf 1 januari 2023.
Autofiscaliteit
Voor de fossiele brandstofkosten voor hybridewagens die besteld worden vanaf 01.01.2023 wordt de aftrekbaarheid beperkt tot 50% tot en met 2023 en tot 25% in 2027. Vanaf 2028 zullen deze fossiele brandstofkosten niet meer aftrekbaar zijn.
Voor bedrijfswagens besteld vóór 1 juli 2023 wijzigt er fundamenteel niets aan de bestaande autofiscaliteit. Bestel je een bedrijfswagen vanaf 1 juli 2023, dan zal de aftrekbaarheid geleidelijk aan afnemen.
Diesel, benzine, CNG, LPG, hybride
Bedrijfswagens die niet elektrisch of plug-in hybride zijn, zien hun aftrekbaarheid dalen van maximaal 100 procent in 2023 en 2024 naar maximaal 75% in 2025, 50% in 2026 en 25% in 2027. Vanaf 2028 is de aftrekbaarheid 0%. Kortom, ze worden steeds duurder. Diesel-, benzine-, CNG-, LPG- en hybride auto’s die besteld worden vanaf 1 januari 2026 zijn niet meer fiscaal aftrekbaar.
Elektrische auto’s en waterstofvoertuigen
Bestel je je emissievrije wagen voor eind 2026, dan blijven ze hun maximale aftrekbaarheid (100%) behouden. Koop je hem in 2027, dan zakt het percentage met vijf procent (95%). Deze daling zet zich voort in 2028 (90%), om in 2029 een sprongetje te maken naar 82,5%, in 2030 naar 75%en in 2031 naar 67,5%.
Voor aannemers
Bij werken in onroerende staat dien je als aannemer aan andere btw-plichtigen te factureren met btw verlegd, waardoor je geen btw moet aanrekenen op de factuur.
Vanaf 01/01/2023 zal je in dat geval volgende vermelding moeten opnemen op de factuur:
‘Verlegging van heffing. Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand na de ontvangst van de factuur, wordt de afnemer geacht te erkennen dat hij een belastingplichtige is gehouden tot de indiening van periodieke aangiften. Als die voorwaarde niet vervuld is, is de afnemer ten aanzien van die voorwaarde aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten.’
Door dit te vermelden op de factuur ben je als aannemer niet meer aansprakelijk indien de klant een btw-nummer heeft doorgegeven maar vrijgesteld van btw blijkt te zijn en niet binnen de maand heeft gereageerd. Het is dan de klant die aansprakelijk is voor de betaling van de verschuldigde btw, interesten en geldboeten.
Ter herinnering: bij facturatie aan particulieren met 6% btw moet onderstaande vermelding op de factuur komen:
‘Btw-tarief: Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand vanaf de ontvangst van de factuur, wordt de klant geacht te erkennen dat (1) de werken worden verricht aan een woning waarvan de eerste ingebruikneming heeft plaatsgevonden in een kalenderjaar dat ten minste tien jaar (*) voorafgaat aan de datum van de eerste factuur met betrekking tot die werken, (2) de woning, na uitvoering van die werken, uitsluitend of hoofdzakelijk als privéwoning wordt gebruikt en (3) de werken worden verstrekt en gefactureerd aan een eindverbruiker. Wanneer minstens één van die voorwaarden niet is voldaan, zal het normale btw-tarief van 21 % van toepassing zijn en is de afnemer ten aanzien van die voorwaarden aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten.’
Zit je met vragen? Spreek dan zeker je dossierbeheerder aan, we geven graag de nodige toelichting.