Dividenduitkering: belangrijke aandachtspunten

21-12-2023
Geschreven door Rudi Hellemons

Wanneer een vennootschap winst maakt moet daarop vennootschapsbelasting (25% of 20%) betaald worden. De nettowinst kan volledig of deels worden uitgekeerd aan de aandeelhouder(s). Deze winstuitkering noemt men een dividend. 

De vennootschap is verplicht om: 

  • roerende voorheffing in te houden op het toegekende dividend 
  • een aangifte roerende voorheffing in te dienen en 
  • de roerende voorheffing binnen de vijftien dagen door te storten naar het inningscentrum 

Bovendien werd door het vernieuwde vennootschapsrecht een dubbele balanstest ingevoerd voor bv’s. Er mag pas een dividend worden toegekend nadat zowel de netto-actieftest als de liquiditeitstest positief blijken en er de nodige verslaggeving wordt opgesteld. Voor nv’s is enkel de netto-actieftest van toepassing. Voor een vof en CommV zijn deze testen niet voorzien.  

Het dividend wordt netto uitgekeerd aan de aandeelhouders. De ingehouden roerende voorheffing is voor een natuurlijk persoon een bevrijdende eindbelasting. Het dividend moet daardoor niet meer opgenomen worden in de aangifte personenbelasting en is ook niet onderworpen aan sociale bijdragen. 

De roerende voorheffing bij een uitkering aan een natuurlijk persoon bedraagt standaard 30%. In sommige gevallen kan een verlaagde roerende voorheffing van toepassing zijn.  

Kleine vennootschappen kunnen, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, dividenden uitkeren tegen 20% of 15% roerende voorheffing (VVPR bis). De belangrijkste voorwaarden zijn: 

  • voor oprichting van vennootschappen vanaf 1 juli 2013 of bestaande vennootschappen die aandelen hebben toegevoegd vanaf 1 juli 2013 
  • je hebt de inbreng volstort in geld  
  • de aandelen blijven ononderbroken in volle eigendom bij diegene die de inbreng heeft gestort 
  • de inbreng moet volstort zijn voorafgaand aan de dividenduitkering 

Het tarief van 20% is van toepassing op de winstverdeling van het tweede boekjaar na dat van de inbreng. 15% kan toegepast worden op de winstverdeling vanaf het derde boekjaar na dat van de inbreng. 

Kmo-vennootschappen kunnen er ook voor opteren om met (een deel van) de winst een liquidatie-reserve aan te leggen. Op de aangelegde liquidatiereserve moet er bij het aanleggen een bijzondere aanslag van 10% vennootschapsbelasting betaald worden. Na een wachttermijn van minstens 5 jaar kan de liquidatiereserve worden uitgekeerd tegen 5% roerende voorheffing. Wordt de liquidatiereserve eerder uitgekeerd dan is er 20% roerende voorheffing verschuldigd. Als de liquidatiereserve wordt uitgekeerd naar aanleiding van de vereffening van de vennootschap dan is er geen roerende voorheffing op verschuldigd.  

Tussen vennootschappen is er op basis van de Europese moeder-dochterrichtlijn geen roerende voorheffing verschuldigd. Het dividend wordt in de ontvangende vennootschap ook vrijgesteld van vennootschapsbelasting (DBI-aftrek). Hier zijn echter een aantal specifieke voorwaarden en formaliteiten van toepassing. 

Tip!

Natuurlijke personen hebben jaarlijks recht op een terugbetaling van de ingehouden roerende voorheffing op 800 euro aan dividenden. Ook het dividend uitgekeerd door de eigen vennootschap komt hiervoor in aanmerking. Het is dus mogelijk om 800 euro (voor gehuwden vaak 1.600 euro) aan dividend uit te keren aan 30% roerende voorheffing en die roerende voorheffing via de aangifte personenbelasting terug te vorderen. Op die manier kan je jaarlijks 800 of 1.600 euro gratis uit je vennootschap overhevelen naar de privé. 

Tip!

Zoals reeds vermeld moet er bij een vereffening van de vennootschap op de liquidatiereserves geen roerende voorheffing betaald worden. Op de overige reserves zal er bij de vereffening altijd 30% roerende voorheffing verschuldigd zijn. Het is dus voordelig om voorafgaand aan de vereffening alle reserves die in aanmerking komen voor het VVPR bis-stelsel uit te keren aan 15% roerende voorheffing. Bovendien is het aangewezen om de laatste jaren voor de vereffening de winsten aan de liquidatiereserve toe te voegen zodat er daarop geen roerende voorheffing meer verschuldigd is. 

Zoals uit dit overzicht blijkt is een goede dividendpolitiek niet vanzelfsprekend en vaak maatwerk. Het is aan te raden hierover in gesprek te gaan met je dossierbeheerder. 

deel dit nieuwsbericht via