Dubbelbelastingverdrag tussen België en Frankrijk: fiscale gevolgen
België en Frankrijk hebben een nieuw dubbelbelastingverdrag ondertekend dat weldra in werking zal treden (vermoedelijk 1 januari 2023, maar mogelijk ook pas vanaf 1 januari 2024). Dit nieuw dubbelbelastingverdrag zal enkele nadelige gevolgen hebben voor Belgische inwoners die meerwaarden op aandelen verwezenlijken van een vennootschap die Franse onroerende goederen bezitten.
Huidige regeling
In het huidige verdrag, wordt de heffingsbevoegdheid (de toewijzing van het recht om een inkomen te belasten) voor de meerwaarden op aandelen toegewezen aan de woonstaat van de aandeelhouder, met name België, indien het gaat om een Belgisch fiscaal rijksinwoner. Het gevolg hiervan is, dat de verwezenlijkte meerwaarde ontsnapt aan elke belasting, zowel in Frankrijk (vermits deze lidstaat niet bevoegd is op basis van het huidige verdrag) als in België (vermits hier van een vrijstelling kan genoten worden zolang de meerwaarde kadert in het normaal beheer van privévermogen).
Het feit dat het gaat om aandelen van een Franse vennootschap of het feit dat in die betreffende vennootschap Franse onroerende goederen aanwezig zijn, was tot op heden irrelevant.
Nieuwe regeling
In de nieuwe overeenkomst, zal Frankrijk voortaan de heffingsbevoegdheid toegewezen krijgen, om de meerwaarden op aandelen van vennootschappen die overwegend Franse onroerende goederen in het bezit hebben, te onderworpen aan Franse belasting. Een vennootschap zal geacht worden overwegend Franse onroerende goederen in haar bezit te hebben, wanneer meer dan 50% van de waarde van de activa bestaat uit in Frankrijk gelegen onroerende goederen.
De meerwaarde op aandelen zal, in voorkomend geval, in Frankrijk worden onderworpen aan Franse belastingen. Voor natuurlijke personen belast in de inkomstenbelasting aan 19% en een solidariteitsbijdrage van 7,5% en voor vennootschappen belast in de vennootschapsbelasting aan 25%). Er kan dus niet langer ontsnapt worden aan enige belastingheffing met betrekking tot deze meerwaarden.
Het is niet relevant of het gaat om de aandelen van een Franse vennootschap, waardoor ook de aandelen van een Belgische (of andere buitenlandse) vennootschap met Franse onroerende goederen in hun bezit, binnen het nieuwe toepassingsgebied van het verdrag zullen vallen.
Indien de in Frankrijk onroerende goederen worden aangewend voor het uitoefenen van de activiteit van de vennootschap, dienen zij bij wijze van uitzondering niet in rekening te worden gebracht bij de 50%-grens. Er wordt in deze nieuwe regeling geen rekening gehouden met aandelen die genoteerd zijn op een gereglementeerde beurs van de EER.
Heb je vragen rond deze thematiek? Neem dan zeker contact op met onze collega’s van liberoo Juridisch advies.