Effectentaks blijft 0,15%, maar regels worden strenger
De Belgische regering heeft aangekondigd dat ze de toepassing van de effectentaks, ook wel de jaarlijkse taks op effectenrekeningen genoemd, grondiger zal controleren. Hoewel een verhoging van het tarief van 0,15% naar 0,25% voorlopig van tafel is, staat het bestrijden van ontwijkingsmechanismen centraal in de nieuwe beleidsmaatregelen.
Hoe werkt de effectentaks?
De effectentaks is een belasting die wordt geheven op effectenrekeningen waarvan de gemiddelde waarde van de belastbare financiële instrumenten tijdens een referentieperiode meer dan 1 miljoen euro bedraagt. Deze belasting geldt voor zowel Belgische ingezetenen – ongeacht of hun rekening zich in België of in het buitenland bevindt – als voor niet-inwoners die een rekening aanhouden bij een Belgische financiële instelling. De taks wordt geheven op de rekening, ongeacht of die op één naam of in onverdeeldheid staat.
Geen tariefverhoging, wél strengere regels
In de zogenaamde “supernota” werd oorspronkelijk voorgesteld om het tarief van de effectentaks op te trekken naar 0,25%. Deze verhoging werd echter niet opgenomen in het uiteindelijke regeerakkoord. Sommige partijen houden de deur nog op een kier, maar voorlopig blijft het huidige tarief van 0,15% behouden.
Waar de regering wél werk van maakt, is de aanpak van belastingontwijking. In de ontwerpprogrammawet worden nieuwe maatregelen voorgesteld die misbruik via constructies moeten tegengaan.
Antimisbruikbepaling en vermoedens van ontwijking
De nieuwe wetgeving introduceert een algemene antimisbruikbepaling. Daarbij worden bepaalde handelingen automatisch als fiscaal verdacht beschouwd, tenzij de rekeninghouder kan bewijzen dat er een legitieme, niet-fiscale reden achter zit. Het gaat onder meer om:
- het splitsen van effecten over meerdere rekeningen bij dezelfde instelling
- het overdragen van effecten naar andere bankenµ
- het omzetten van effecten op een effectenrekening naar aandelen op naam
Denk bijvoorbeeld aan een belegger die zijn effecten verspreidt over meerdere rekeningen binnen dezelfde bank om onder de drempel van 1 miljoen euro te blijven.
Deze handelingen zullen worden vermoed te zijn uitgevoerd met als voornaamste doel het vermijden van de effectentaks. Enkel indien de titularis een essentiële en rechtmatige reden kan aantonen – zoals het verkrijgen van stemrechten of loyaliteitsrechten – kan dit vermoeden worden weerlegd.
Meer transparantie en meldingsplicht
Naast de antimisbruikregels worden ook de meldings- en verantwoordingsverplichtingen voor effectenrekeninghouders verstrengd. Zij zullen duidelijker moeten aantonen waarom bepaalde transacties zijn uitgevoerd. Indien de fiscus oordeelt dat er geen voldoende niet-fiscale motivatie is, zal de waarde van de omgezette of overgedragen instrumenten alsnog worden meegeteld bij het overschrijden van de belastingdrempel van 1 miljoen euro.
Conclusie
De effectentaks blijft dan wel ongewijzigd maar de spelregels worden strikter. Door antimisbruikregels en strengere meldingsplichten wil de regering vermogende beleggers verhinderen om via slimme constructies buiten schot te blijven. Transparantie en fiscale rechtvaardigheid staan voortaan meer centraal.
