Hervorming van auteursrechten
Waarom is de wetgeving aangepast?
De belastingvoordelen voor auteursrechten werden te ruim gebruikt, vaak buiten de oorspronkelijke bedoelingen van de wetgever. De nieuwe regels richten zich specifiek op mensen met artistieke en creatieve beroepen, om hen te beschermen tegen de wisselvalligheid van hun inkomsten.
Welke inkomsten vallen onder de nieuwe regels?
Sinds 1 januari 2023 worden auteursrechteninkomsten belast als roerende inkomsten tegen een tarief van 15%, na aftrek van een kostenforfait. Dit geldt voor inkomsten uit de overdracht of licentie van auteursrechten en naburige rechten, zoals beschreven in het Wetboek van Economisch Recht.
Wat valt onder auteursrechten?
- originele werken van letterkunde of kunst zoals boeken, kunstwerken of uitvoeringen van artiesten
- het betreft vergoedingen voor de oorspronkelijke maker, erfgenamen of legatarissen voor de overdracht of licentie van auteursrechten en naburige rechten.
Als je een werk hebt gemaakt, kan je geld verdienen door je rechten op dat werk te verkopen of uit te lenen (licentie) aan anderen. Als je erfgenaam bent, kun je hetzelfde doen met de rechten die je hebt geërfd.
Wie komt in aanmerking?
- personen die de rechten exploiteren of gebruiken, zoals een licentiehouder of een derde partij
- personen met een kunstwerkattest (vanaf 2023 een kunstenaarskaart)
- makers die hun auteursrechten overdragen of in licentie geven voor openbaar gebruik, zoals publieke uitvoeringen of mededelingen aan een breed publiek
Computerprogramma’s en databases worden wel degelijk uitgesloten want het fiscaal recht wijkt af van het gemeen recht.
Het publiek is een “onbepaald” aantal potentiële kijkers, niet beperkt tot specifieke personen van een private groep. Er wordt gekeken naar de initiële intentie, namelijk is er een 1 op 1 verhouding geweest. Bijvoorbeeld bij bouwplannen van een architect die later op de website van de architect worden geplaatst is geen “mededeling aan het publiek”.
Grenzen aan auteursrechteninkomsten
Om te zorgen dat je inkomsten nog als roerende inkomsten worden beschouwd, zijn er drie belangrijke limieten:
1. De gemiddelde 4-jaar grens
Het gemiddelde inkomen uit auteursrechten van de afgelopen vier belastbare jaren mag niet hoger zijn dan €70.220. Is het hoger, dan worden de inkomsten als beroepsinkomsten belast.
2.De relatieve grens
De totale auteursvergoedingen die voldoen aan de voorwaarden moeten worden opgesplitst in een bepaald percentage van de totale vergoeding als auteursrechten 30% (aj 2026). Dit percentage daalt geleidelijk:
- 50% in 2023 (aanslagjaar 2024)
- 40% in 2024 (aanslagjaar 2025)
- 30% vanaf 2025 (aanslagjaar 2026)
Overschrijdt je vergoeding dit percentage, dan wordt het overschrijdende deel als beroepsinkomsten belast.
Wanneer er sprake is van hergebruik of overdracht/licentie zonder opdracht, dan geldt de verdeelsleutel niet en blijft de vergoeding voor 100% een vergoeding voor auteursrechten.
3. De absolute grens
Inkomsten boven €70.220 (aanslagjaar 2024) worden altijd als beroepsinkomsten belast.
Kostenforfait
Je mag een deel van je inkomsten verkregen in 2023 aftrekken als kosten:
- 50% van de eerste €18.720
- 25% van de volgende €18.720 tot €37.450
- geen kostenforfait boven €37.450
Overgangsregeling
Als je in 2022 al auteursrechten ontving, blijft in 2023 de oude regeling van kracht. Dit biedt een overgangsperiode zodat je kunt aanpassen aan de nieuwe regels. Deze moet beoordeeld worden bij de verkrijger en niet bij de opdrachtgever, met een absolute begrenzing van € 70.2020 en een halvering van de forfaitaire kosten.
Conclusie
De nieuwe regels zijn strikter en richten zich specifiek op echte artistieke en creatieve activiteiten. Als kleine ondernemer is het belangrijk te controleren of je aan de nieuwe voorwaarden voldoet om nog van de fiscale voordelen te profiteren.
Voor verdere details kan je contact opnemen met je dossierbeheerder.