Kledij kopen op de vennootschap
Voor bepaalde beroepen moet je specifieke kledij dragen en aanschaffen. Denk maar aan de slagerschorten of het dragen van veiligheidsschoenen. Er zijn echter ook beroepen waarin het dragen van hemden vereist is, denk maar aan de adviesverlenende beroepen. Beide zijn noodzakelijk en nodig om de activiteit te kunnen uitoefenen, al zijn ze niet allebei aftrekbaar als beroepskost in de vennootschap.
De regels rond aftrekbaarheid zijn strak afgelijnd en moeten voldoen aan 2 voorwaarden:
- de betreffende kledingstukken zijn opgelegd in de arbeidsreglementering door het paritair comité
- het gaat om specifieke kledij, eigen aan de activiteit/sector, zoals het dragen van veiligheidshandschoenen en helm in de bouw, uniform van bewakers, …
Kledingstukken die niet voldoen aan bovenstaande voorwaarden worden niet aanvaardt als beroepskost, aftrekbaar in de vennootschap. Het gaat om kledij dat men ook in de privé dagdagelijks kan dragen zoals hemden, t-shirts, truien, schoenen, …
De vennootschap kan evenwel de kost op zich nemen onder voorwaarde dat hiertegenover een voordeel alle aard ontstaat dat zal belast worden in de personenbelasting van de genieter voor het volledige bedrag. Dan wordt deze kost in hoofde van de vennootschap een bezoldigingskost.
De mogelijkheid bestaat ook om deze kost op te nemen in de verworpen uitgaven. Dit wordt in vele gevallen niet aanvaardt door de fiscus leert de rechtspraak.
Samengevat
Tenzij je in een specifieke sector werkt die specifieke arbeidskledij vereist is het eerder moeilijk te verdedigen om kledij te kopen op de vennootschap.