Stort je als bedrijfsleider je bedrijfsvoorheffing?
De fiscus benadrukte in het verleden al meermaals dat ook bedrijfsleiders verplicht zijn om periodiek bedrijfsvoorheffing op bezoldigingen en toegekende belastbare voordelen aan te geven en te betalen. Toch wordt nog steeds tegen deze verplichting gezondigd. Daarom plant de FOD Financiën in de loop van 2022 een nieuwe actie in die context.
Hoog tijd dus om de spelregels nog eens in de verf te zetten:
In tegenstelling tot werknemers, aan wie het loon op regelmatige basis moet worden toegekend, zijn bedrijfsleiders vrij om zichzelf een loon toe te kennen op wekelijkse, maandelijkse, of jaarlijkse basis (of nog een andere frequentie). Zij kunnen hun loon met andere woorden op periodieke of op niet-periodieke basis toekennen. Met periode basis wordt bedoeld dat het loon met regelmatige intervallen en minstens één keer per maand wordt uitbetaald.
Op dit loon is, net zoals bij werknemers, bedrijfsvoorheffing verschuldigd. Het gaat om een wettelijke verplichting waaraan de schuldenaar van de inkomsten zich niet kan onttrekken.
Het loon van bedrijfsleiders moet bovendien op een fiche 281.20 vermeld worden. De bedragen moeten opgenomen worden in de fiche van het jaar waarin ze worden verdiend of toegekend. Die fiche moet via Belcotax-on-web ingediend worden. En dat ten laatste op 1 maart van het jaar dat volgt op de betaling of toekenning van het loon.
Wanneer moet bedrijfsvoorheffing berekend worden?
Deze bedrijfsvoorheffing wordt opeisbaar op het ogenblik van de betaling van belastbare bezoldigingen of de toekenning van belastbare voordelen van alle aard (VAA).
Hieruit volgt dat de bedrijfsvoorheffing op de lonen en voordelen van alle aard van bedrijfsleiders, berekend dient te worden in functie van de frequentie van de toekenning ervan.
Wanneer moet bedrijfsvoorheffing doorgestort worden?
Voor de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing geldt eveneens het principe dat dit moet gebeuren in functie van de frequentie van de toekenning of betaling van de bezoldiging of het voordeel van alle aard.
De onderneming (schuldenaar van bedrijfsvoorheffing) krijgt wel tot de 15de van de maand (na het verstrijken van de maand waarin de bezoldiging werd betaald of toegekend) de tijd om over te gaan tot de effectieve doorstorting van de bedrijfsvoorheffing aan de fiscus. Hierop bestaat één uitzondering : de trimestriële betalingen.
Zijn deze principes ook van toepassing bij eventuele correcties?
Zeker en vast! Net zoals de berekening van bedrijfsvoorheffing, dienen eventuele rechtzettingen te gebeuren in functie van de frequentie van de toekenning van het loon of van het voordeel.
Wat zijn de sancties bij inbreuk op deze principes?
Worden bovenstaande principes niet nageleefd, dan stelt zowel de onderneming als de bedrijfsleider zich bloot aan sancties. Aan de onderneming (schuldenaar van bedrijfsvoorheffing) kunnen nalatigheidsinteresten (die tussen 4% en 10% liggen), administratieve boetes en eventueel ook belastingverhogingen worden opgelegd. Voor de bedrijfsleider zal de niet- ingehouden bedrijfsvoorheffing beschouwd worden als een voordeel van alle aard.
Vergeet ook je voorafbetalingen niet!
Naast de verplichte inhouding van bedrijfsvoorheffing op hun belastbare bezoldigingen, zijn bedrijfsleiders eveneens onderworpen aan het (verplichte) stelsel van voorafbetalingen.
Bedrijfsleiders die geen of te weinig voorafbetalingen doen, riskeren een belastingvermeerdering. Let op! Het feit dat de bedrijfsleider voorafbetalingen uitvoert, betekent niet dat de onderneming geen bedrijfsvoorheffing moet doorstorten.
Let op! De FOD Financiën start opnieuw met acties
De FOD Financiën plant in de loop van 2022 een actie voor niet of te weinig gestorte bedrijfsvoorheffing. Deze actie heeft tot doel te sensibiliseren en ondernemingen aan te manen om hun verplichtingen (doorstorting en aangifte van bedrijfsvoorheffing) vanaf inkomstenjaar 2022 correct na te leven.