Vennootschapsbelasting

10-11-2017

Als ondernemer is een van je doelen winst maken. Op deze winst moet je vennootschapsbelasting betalen. De federale regering bereikte in 2017 het Zomerakkoord welke een impact had op de vennootschapsbelasting.

Vanaf aanslagjaar 2021 daalde het tarief naar 25% zonder aanvullende crisisbijdrage.

Belastbare winst Aanslagjaren 2019 + 2020 Vanaf aanslagjaar 2021
Minder dan € 100.000 20% + 2% ACB 20% zonder ACB
Boven € 100.000 29% + 2% ACB 25% zonder ACB

Dit tarief geldt voor:

  • grote vennootschappen
  • kleine vennootschappen die geen minimale bedrijfsleidersbezoldiging uitkeren
  • dochtervennootschappen
  • beleggingsvennootschappen
  • financiële vennootschappen

Sommige vennootschappen hebben recht op een verlaagd tarief voor de eerste schijf van €100.000 winst.  Het is wel verplicht  jaarlijks een loon van minstens €45.000 bruto uit te keren aan minstens één bedrijfsleider natuurlijke persoonVanaf aan Indien de bezoldiging ontoereikend is, zal er een bijkomende aftrekbare bijzondere aanslag geheven worden van 10% op het verschil tussen € 45.000 en de genoten bezoldiging. De vennootschap zal het verlaagd tarief niet kunnen toepassen.

Een bedrijfsleider mag minder dan €45.000 bruto loon uitkeren, maar dan moet het brutoloon minstens gelijk zijn aan de belastbare winst van de vennootschap. Keer je jezelf of andere bedrijfsleiders geen minimumloon uit, dan wordt de winst belast aan 25% in de plaats van 20%. Heeft je vennootschap geen natuurlijke persoon maar wel een zogenaamde ‘bestuurdersvennootschap’ als bedrijfsleider, dan wordt je onderneming belast aan het basistarief van 25%.

Je dossierbeheerder helpt je graag verder!

deel dit nieuwsbericht via
Vennootschapsbelasting