Voorkom boetes: controleactie van de fiscus op tijdige betaling bedrijfsvoorheffing
Stel: een bedrijfsleider krijgt het hele jaar door een bedrijfswagen. Dan moet elke maand een voordeel van alle aard gerekend worden. Wacht je tot december om alles in één keer aan te geven en bedrijfsvoorheffing te betalen? Dan kan je je aan sancties verwachten. Zeker nu de FOD Financiën dit jaar nieuwe controles plant.
De fiscus benadrukte al meermaals dat ook bedrijfsleiders periodiek bedrijfsvoorheffing op hun bezoldigingen en toegekende voordelen moeten aangeven en betalen. Omdat er regelmatig tegen die verplichting wordt gezondigd, plant de FOD Financiën dit jaar een nieuwe controleactie.
Naar aanleiding van de aankomende controles zetten we de spelregels nog eens in de verf.
Wat moeten bedrijfsleiders doen i.v.m. hun bedrijfsvoorheffing?
Bedrijfsleiders zijn vrij om zichzelf een loon toe te kennen op wekelijkse, maandelijkse, of jaarlijkse basis (of nog een andere frequentie). Dit in tegenstelling tot werknemers, aan wie de werkgever op regelmatige basis loon moet uitbetalen. Bedrijfsleiders kunnen hun loon dus periodiek toekennen, maar evengoed op onregelmatige basis. ‘Periodiek’ betekent dat het loon met regelmatige intervallen en minstens één keer per maand wordt uitbetaald.
Wat bedrijfsleiders wel gemeen hebben met werknemers, is dat er bedrijfsvoorheffing moet worden afgehouden van hun loon. Dat is wettelijk verplicht. De onderneming, die schuldenaar is van de inkomsten, kan zich hier niet aan onttrekken.
Het loon van de bedrijfsleiders moet bovendien op een fiche 281.20 vermeld worden (in plaats van op een fiche 281.10 voor werknemers). De bedragen moeten opgenomen worden in de fiche van het jaar waarin ze worden verdiend of toegekend.
Wanneer moet de bedrijfsvoorheffing berekend worden?
De bedrijfsvoorheffing wordt opeisbaar op het ogenblik van de betaling van belastbare bezoldigingen of de toekenning van belastbare voordelen van alle aard (VAA).
Hieruit volgt dat de bedrijfsvoorheffing op de lonen en voordelen van alle aard, van bedrijfsleiders moet berekend worden in functie van de frequentie van de toekenning ervan.
Voorbeeld 1: op maandbasis
Een bedrijfsleider beschikt over een bedrijfswagen. De bedrijfsvoorheffing op dit voordeel van alle aard dient in dit geval berekend en doorgestort te worden op maandbasis. De bedrijfswagen wordt immers maand per maand te zijner beschikking gesteld (toegekend).
Voorbeeld 2: op trimestriële basis
Een bedrijfsleider heeft een loon op trimestriële basis. De berekening en doorstorting van de bedrijfsvoorheffing gebeurt in dit geval vier keer per jaar, dus eveneens op trimestriële basis.
Wanneer moet bedrijfsvoorheffing doorgestort worden?
Voor de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing geldt eveneens het principe dat dit moet gebeuren in functie van de frequentie van de toekenning of betaling van de bezoldiging of het voordeel van alle aard.
De onderneming (schuldenaar van bedrijfsvoorheffing) krijgt wel tot de 15de van de maand (na het verstrijken van de maand waarin de bezoldiging werd betaald of toegekend) de tijd om over te gaan tot de effectieve doorstorting van de bedrijfsvoorheffing aan de fiscus. Hierop bestaat één uitzondering: de trimestriële betalingen.
In de praktijk ziet de fiscus vaak dat men lonen en voordelen van alle aard geheel niet aangeeft (en ook geen bedrijfsvoorheffing voor doorstort). Of dat men lonen en voordelen in één keer aangeeft op het einde van het jaar (hoewel ze maandelijks of trimestrieel worden toegekend). Zulke methoden zijn strijdig met de wet. Je vermijdt dit best, want er zijn financiële sancties (zie verder).
Zijn deze principes ook van toepassing bij eventuele correcties?
Zeker en vast. Net zoals de berekening van bedrijfsvoorheffing, dienen eventuele rechtzettingen te gebeuren in functie van de frequentie van de toekenning van het loon of van het voordeel.
Wat zijn de sancties bij inbreuk op deze principes?
Worden bovenstaande principes niet nageleefd, dan stelt zowel de onderneming als de bedrijfsleider zich bloot aan sancties. Aan de onderneming kunnen nalatigheidsinteresten (tussen de 4% en 10%), administratieve boetes en eventueel ook belastingverhogingen worden opgelegd. Voor de bedrijfsleider zal de niet-ingehouden bedrijfsvoorheffing beschouwd worden als een voordeel van alle aard.
Voor meer info contacteer je dossierbeheerder bij liberoo Loon- en Personeelsbeheer op 03/641.83.00.
Bron: Securex