Wanneer hebben medewerkers recht op klein verlet?

Voor bepaalde gebeurtennissen kunnen medewerkers afwezig zijn van het werk en krijgen ze hiervoor hun normale loon. Dit wordt ook het kort verzuim of omstandigheidsverlof genoemd.

Wat zijn de voorwaarden?

Om recht te hebben op klein verlet zijn er een aantal voorwaarden aan de gebeurtenis gekoppeld.

• De gebeurtenis moet recht geven op klein verlet
• Deze gebeurtenis moet zich afspelen tijdens de normale werktijd van de medewerker
• De medewerker moet de werkgever voordien of zo snel mogelijk informeren
• Deze dagen moeten gebruikt worden voor de gebeurtenis waarvoor ze zijn toegekend

Welke gebeurtenissen geven recht op klein verlet en hoelang mogen medewerkers afwezig zijn?

De meest voorkomende zijn:

• Huwelijk van de medewerker: 2 dagen die door de medewerker gekozen mogen worden in de week van het huwelijk of de daarop volgende week.
• Huwelijk van een kind van de medewerker of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zus, schoonbroer, schoonzus, van de vader, moeder, schoonvader, schoonmoeder, van een kleinkind van de medewerker: de dag van het huwelijk.
• Overlijden van de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, van een kind van de medewerker of van de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner: 10 dagen waarbij 3 dagen door de medewerker gekozen worden tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis en 7 dagen door de medewerker te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden. Hiervan kan afgeweken worden op vraag van de medewerker en met akkoord van de werkgever.
• Overlijden van de vader, moeder, schoonvader, schoonmoeder, stiefvader, stiefmoeder van de medewerker of van de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner: 3 dagen door de medewerker te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis. Op vraag van de werknemer en met akkoord van de werkgever kan hiervan afgeweken worden.
• Overlijden van een broer, zus, schoonbroer, schoonzus, grootvader, grootmoeder, kleinkind, overgrootvader, overgrootmoeder, achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter van de medewerker of de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner die bij de werknemer inwoont: 2 dagen, door de medewerker te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis. Op vraag van de werknemer en met akkoord van de werkgever kan hiervan afgeweken worden.
• Overlijden van een broer, zus, schoonbroer, schoonzus, grootvader, grootmoeder, kleinkind, overgrootvader, overgrootmoeder, achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter van de medewerker of de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner die niet bij de werknemer inwoont: 1 dag, door de medewerker op te nemen op de dag van de begrafenis. Deze dag kan op een ander moment opgenomen worden op vraag van de medewerker en met akkoord van de werkgever.
• Plechtige communie van een kind van de medewerker of echtgeno(o)t(e): de dag van de plechtigheid, of indien deze valt op een inactiviteitsdag de activitietsdag die de plechtigheid voorafgaat of erop volgt.
• Deelneming van een kind van de medewerker of echtgeno(o)t(e) aan het feest van de vrijzinnige jeugd: de dag van de plechtigheid, of indien deze valt op een inactiviteitsdag de activitietsdag die de plechtigheid voorafgaat of erop volgt.
• Deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de rechtbank: de nodige tijd, met een maximum van 5 dagen.

Het is zeker mogelijk dat er gunstigere regelingen op sectoraal of ondernemingsniveau zijn.